Een tijdje geleden hadden we de zeilen afgehaald en naar de zeilmaker gebracht. Ik werd helaas ziek
en kon niet bij het herstel van de zeilen zijn, weet u nog? Maar vandaag was het dan zover: de zeilen
mochten er weer voor. Dat was nog een hele excercitie..
Maar eerst moest ik nog iets anders doen: bij de vijzel kijken! Ik had in het theorieboek
het deel over de poldermolens nog eens doorgelezen en was daar gestuit op een beschrijving van
de bevestiging van de vijzelbalk waar ik maar wat raar naar stond te kijken. Zo zat het volgens
mij in ieder geval op de GP niet. In het lesboek zie je een tekening waarop de vijzelbalk
met een taats in het spilkalf draait. Nou, als je bij ons de hartlijn van de vijzelbalk doortrekt
kom je in de koningsspil uit, amper de juiste plek om een taatslager in te bevestigen...
De schematische weergave hier links laat zien hoe het zit op onze molen.
Er liggen 2 spilkalven in onze maalgang: dikke balken, ingemetseld in de muren van de maalgang,
die de nodige draagkracht hebben. In de ene (voor de kijker rechts) draait onze koningsspil,
de andere (voor de kijkers links) draagt de constructie die de vijzelbalk ondersteund.
En onze vijzelbalk eindigt dus niet in een taats.
Nog wat details: de taats van onze koningsspil draait niet rechtstreeks in het spilkalf,
uit het spilkalf is een stuk uitgekapt en daar ligt een wervelbalk in. In die wervelbalk
draait de taats van de koningsspil. De wervelbalk kan draaien: je kunt hem bij ons met een
slinger uit- en indraaien om de vijzel uit- en in het werk te zetten. Weet u nog: die slinger
is op een gegeven moment gebroken en we hebben hem toen zelf gerepareerd. Ik heb toen ook
een tekeningetje gemaakt van de constructie, klik maar eens op het plaatje.
Het andere "spilkalf" (links) wordt in het Gildemateriaal "het bovenkalf"
genoemd. Daar zit bij de GP een constructie op bevestigd die sterk overeenkomt met de
lageringscontructie van de bovenas in de kap: onze (houten) vijzelbalk is ter hoogte van het
bovenkalf namelijk voorzien van metalen schenen en draait in een halssteen. Onze "stoel"
kent net als in de kap een weerstijl, keerstijl en heeft een smeerkistje. Zo zie je maar
weer dat er in de molenwereld vele wegen naar Rome leiden.
Inmiddels waren ook Remy, Gerrit en Peter aangekomen. Gerda heeft van het proef-proefexamen
geleerd dat het echt nodig is om ons meer individueel te testen op onze vaardigheden en
dus mogen we elkaar wat minder helpen. Dat is ook logisch: straks staan we ook niet
(altijd) met zijn vieren rond de molen, je moet het ook alleen aankunnen. En dus moest
ik als eerste het end in: "doe bist mulder, hang de zeilen der mor veur"
Sja, hoe ging dat ook weer.. Gerrit en Peter hadden dit al eens aan de hand gehad, maar ik
nog niet, al had ik het ze wel zien doen. Even piekeren, maar dan komt het weer boven: in
een pakketje opvouwen, met hoektouwen boven (op de foto hierboven ligt het pakketje dus net
verkeerd om), dan het rechter onderhoektouw vastmaken en wel zo dat het zeil ongeveer bij de
op 1 na onderste heklat eindigt, dan met het zeil voor je langs naar boven lopen,
het korte halstouw aan een heklat vastknopen, het lange naar links brengen en dan
vanuit de kap het aan zeilarm of zeiloog knopen. Nou, da's theorie, nou de praktijk. Hop,
Henkie, vooruit met de geit.
Het gaat allemaal goed en precies zoals ik had bedacht. Maar ik hannes nog wel wat met dat
zeil: ik heb het wel voor me langs en ik heb de touwen ook over mijn schouder gehangen, maar
helemaal goed zit het niet. De andere MIO's bijten op hun tong: ze willen me graag aanwijzingen
geven, maar Gerda beduid "hai mout t zulf doun hor, nait helpen!". Dat mag wat hard
klinken, maar ik ben er blij mee: elke leerling heeft immers het recht op het (leren van het)
maken van zijn eigen fouten. Ik ben inmiddels ondanks wat moeite met dat zeil toch helemaal bovenin
de hekkens beland. Nou dat touw vast zien te krijgen, daar moet ik eigenlijk twee handen
voor vrij hebben. Het gewicht van het zeil trekt aardig aan me en ik bedenk opeens dat
ik natuurlijk de bovenste lits best om de bovenste kikker kan slaan, dan is de trekkracht
veel geringer. Stukkie dalen dus, lits om kikker slaan en stukkie klimmen. En dan
dus het korte halstouw aan de bovenste heklat vastmaken met een mastworp.
Ik steek mijn rechterbeen door het hekwerk, zoals dat in de theorie beschreven
staat en zoals ik het Gerrit en Peter ook al heb zien doen, maar dat voelt niet
bepaald stabiel aan. Ik sta wel op 12 meter hoogte.. nee, ik doe vast iets fout,
bedenk ik. Eerst het been weer terug, dan maar met 1 hand proberen. Gerda roept
echter van beneden dat ik dat been er toch echt doorheen moet steken. Ja, da's
ook wat: ik wil wel, maar het lukt niet. Te korte beentjes? Ah, nee, dat is het niet:
ik steek mijn been een heklat te hoog door de hekkens..
Nadat dat euvel is verholpen krijg ik de knoop er vrij vlot in. Remy is ondertussen
de kap ingegaan en heeft de stormluiken uitgenomen. Hij neemt nu van mij het touw
aan en maakt dat aan de zeilarm vast. Ik daal af en kijk toe: het zit niet strak genoeg.
"aantrekken, Remy!" bulk ik van onderen. Ja, leuk, maar dat lukt niet.
Gerda geeft een hint: "gewoon losjes met een paar halve steken vastmaken".
Okay, maar hoe krijgen we die zeilen dan strak? Nou, gewoon: het gevlucht wil immers
draaien en als je het end wat je nu onder hebt even boven zet, dan valt het zeil
keurig strak naar beneden en kun je het hoektouw makkelijk aan de zeilarm
vastknopen. Het is weer zo'n "Joa man, is ook zo!" moment. Wel moet
je er dan wel voor zorgen dat je de zwichtlijnen niet al te strak hebt, zegt
Gerda - anders wil je zeil niet zakken. Ik had de lijnen al strak vastgemaakt,
Gerda vraagt me daarom ze wat losser te knopen. Ik probeer dat, maar vindt
het eigenlijk gepruts: die zwichtlijnknoop werkt eigenlijk alleen maar zo goed
als de lijn strak getrokken mag worden. Ik sta er samen met Remy een tijdje
over te debatteren en Gerda komt even kijken wat er aan de hand is. Ik
suggereer een mastworp of een steek, maar Gerda wil toch de zwichtlijnknoop.
Okay, ik leg dus 3 hele slappe zwichtlijnknopen, maar mopper er wel wat over: het
ziet er zo prutserig uit en die knoop kan volgens mij niet vast blijven
zitten. Nee, dat is waar, maar we gaan er immers ook geen 60 enden mee draaien,
zegt Gerda. Dat is ook weer zo en dus leg ik me er maar bij neer.
Al met al ging het helemaal niet slecht, constateert Gerda, maar er zijn nog
wel wat aandachtspunten. Het zeil moet je inderdaad voor je langs trekken maar
dan over je linkerschouder slaan en dat had ik niet voldoende goed gedaan. Het
rechterbeen door de hekkens moet ik echt nog eens een paar keer 'droog' oefenen,
ergens onderin. En het truukje met het omdraaien van de roed zodat het zeil naar
beneden valt was ik even kwijt, maar de oefening van vandaag zorgt er denk ik wel
voor dat ik dat niet snel weer vergeet.
Dan is de beurt aan Remy, die het zeil op een binnenroed mag ophangen.
Hij hangt het zeil keurig voor zich langs en over zijn linkerschouder en klimt
naar boven. Het rechterbeen wordt professioneel ingehaakt en de knoop
wordt gemaakt. Het gaat allemaal reuzegoed en ik klim de kap in om het
linkerhoektouw van hem aan te pakken. Maar inplaats van mijn hoofd steek
ik eerst mijn cameraatje uit het stormluik en schiet het plaatje
wat je hier rechts ziet staan. Je krijg gelijk ook een aardige indruk
hoe hoog het is: als je van beneden naar boven kijkt lijkt het altijd
wel mee te vallen, maar van boven naar beneden ..
Ik neem het touw aan en knoop dat, eendachtig de eerdere aanwijzingen van Gerda, losjes
aan de zeilarm vast. Zo, nu weer naar beneden. Het derde zeil wordt door Peter
en Gerrit voorgehangen en dan is het eerst tijd voor koffie. Tijdens het koffiedrinken meldt
Gerda dat de les van 9 april op De Ceres niet
doorgaat, maar ze zoekt een alternatief. Verder hebben we het nog even over het
weer en over de vergaderingen van het Gilde die in de komende tijd geplanned staan.
De landelijke vergadering van het Gilde op 2 april wordt gevolgd door een interessante
lezing, weet Gerda en hoewel het "helemaal" in Arnhem is is het toch
wel goed dat we daar eens naar toe gaan.
We hebben het er net over als we beneden iemand horen roepen. Het blijkt Bram van der
Broek te zijn, mijn buurman. Hij schuift gezellig aan en drinkt een bakkie mee. "Joa man,
ik zuik mien schoffel" zegt hij - en dat klopt, die staat nog bij ons in
de molen, die hadden we geleend toen we de vloer aan het leggen waren.. excuus, buurman,
straal vergeten dat ding weer bij je terug te brengen. Ach, geeft niks, lacht Bram, ik wist
waar-ie was. Als je hem nog eens wilt lenen, dan maar gerust, je weet waar-ie staat.
Bram, die vanuit zijn kamer ook zicht heeft op de GP, vertelde dat het hem
was opgevallen dat er tijdens de recente sneeuwperiode veel mensen langs waren
gekomen om foto's te maken van de GP. "Mor hai ston verkeerd" -
de mensen willen altijd graag vanaf de weg de molen fotograferen en die stond
met zijn staart naar de weg gekruit. Sja, daar hadden wij zo snel niet
aan gedacht: de GP stond op het NO gekruit omdat daar de wind vandaan kwam.
Toch even aan denken de volgende keer. Zoals buurman zei: "Ie mouten
joen meulen ook promoten: hou voaker e mooi op foto komt hou beter,
nee din?" - inderdaad, buurman heeft gelijk.
Na het koffie drinken oefenen we ook nog op het maken van takelingen.
Zo'n takeling dient er voor de tieren van het touw bijeen
te houden: je draait een heel dun touwtje om het eind van het touw. Je
moet dan wel op een of andere manier de boel goed weten vast te zetten, maar
daar zijn technieken voor. Gerda en Peter demonstreren ons diverse manieren
om zo'n takeling te maken en dan mogen we zelf. Ik moet er wel mijn leesbril
voor opzetten maar dan lukt het en trots laat ik de eerste takeling van mijn
leven zien. Gerda heeft ook een rol touw meegenomen en we krijgen ook een
eind wasdraad mee - kunnen we ook thuis oefenen.
We laten vervolgens het gevlucht nog eens langzaam rond gaan en stoppen het
steeds om de zeilen goed strak aan de zeilarmen vast te maken. Terwijl Remy het
laatste hoektouw aan de zeilarm knoopt zit ik naast hem bovenin de kap te genieten
van het uitzicht op mijn eigen huis. Omdat de molen nu ook weer op het NO
kan werken en de wind vandaag in die hoek zit staat de molen precies goed
om een mooie foto te maken. Maar omgekeerd is er ook goed zicht op de
molenaars: mijn vrouw en kinderen komen om beurten voor het slaapkamerraam staan
en wuiven enthousiast naar ons. Wij wuiven even enthousiast terug.
Dan de vang er af en de molen draait een keurig gangetje. We nemen nog
een kop koffie en genieten van de molen en dan komt het eind van de les
in zicht. Na een half uurtje draaien vangen we en zeilen we elk een eind af;
de stutten er in, kampal er in, roeketting er aan en de bliksemafleider goed vast.
Tijd om - na een leuke en leerzame les - het Maalboek bij te werken...
|