Opnieuw te gast in
het Drentse, net als we eerder al eens waren.
Het klaarmaken van de molen ging vlot - je kunt toch echt al wel merken dat we dit vaker hebben
gedaan, oefening baart kunst - en 4 volle zeilen kwam zowaar de vijzel nog rond ook. Maar ja,
deze molen maalt pas goed bij 5-6 bft en dat haalden we vandaag niet. Vandaar dat we de molen uit
het werk wrikten. Wrikken? Ja, de zwaaibalk wordt hier immers met een soort breekijzer opzij
gewrikt. Hans Bergman, onze gastmolenaar, vertelde dat deze door hem niet bijster op prijs
gestelde constructie binnenkort wordt vervangen door een constructie zoals die op de GP ook
aanwezig is: een slinger dus. Ook ARBO-technisch valt er altijd wat te verbeteren: zoals je op
de afbeelding kunt zien onstaat door de noodzaak om wiggen en zwaaibalk te kunnen plaatsen in
de betonnen vloer een tamelijk diep gat, precies net groot genoeg voor een muldersvoet. Dat
bleek toen ik een windbord wilde pakken: ik stapte er prompt in. "Hoei" riep ik geschrokken -
gelukkig geen brokken, maar Hans krabde achter zijn oor en merkte op dat hij daar toch echt
eens een plankje over moest aanbrengen.
De wind is 's morgens een kind, 's middags een vent en 's avonds aan zijn end - en dat klopte:
tegen elven trok de wind aardig aan: ideale omstandigheden om met 60 endjes eens het vangen te
oefenen. Alie had het niet erg voorzien op dat vangen met hoge snelheid, maar onder leiding van
Hans lukte het toch heel aardig. De wind was nu zo sterk dat we zwichtten naar 4 halfjes, ondertussen
elk nog de stormproef uitvoerend.
Nou was het vandaag ook Drentse molendag en dat kon je merken: er kwamen een aantal gasten
voorbij waaronder - toeval bestaat niet - de molenaar van de Collse Watermolen! Daar had ik
verleden week nog over geschreven en nu stond
ik dus oog in oog met Jos Jansen, die enthousiast bleek te kunnen vertellen over zijn molens.
Jos was samen met zijn vrouw op fietstocht door Drenthe en als echte molenaar kon hij de
verleiding niet weerstaan eens bij ons molentje te kijken. Hij had folders en een aardige
prentbriefkaart van zijn molens bij zich. Ook kregen wij zijn visitekaartje: gemaakt van
zelfgeschept papier - gemaakt op een papiermolen - met daarop de afbeelding van een molensteen.
Heel bijzonder. Ook Cor Kosmeijer, de voormalig molenaar van de GP, kwam langs en verbaasde
zich verheugd over de gedrevenheid die ons ploegje aan de dag legde.
De Wachter,
die we immers vanaf deze molen goed kunnen zien, draaide ook nu weer volop. Omdat Alie er
verleden week niet bij kon zijn legde Hans nog eens de werking van een oliemolen uit,
waarna we tevreden afscheid van elkaar namen. Ik ging als laatste weg en Hans en
praatten nog even na over hoe alles zo gaat met onze opleiding. Hans is heel tevreden
over de inzet en de opgedane kennis van onze groep - hij meent dat we, als we zo door
gaan straks, in het najaar van 2005, met een gerust hart deel kunnen nemen aan ons examen.
Met een vriendschappelijke handdruk namen wij tenslotte afscheid van elkaar. Ik stapte
in mijn auto, terwijl Hans terug liep naar De Boezemvriend. Hij bleef nog even om
eventuele bezoekers te woord te staan en nog wat endjes te tellen.
Thuisgekomen zag ik dat de tweede groep cursisten, onder leiding van Lammert, zich
ook danig had geweerd: de molen stond keurig op de wind gekruid en - zowaar - er
zaten nieuwe bordveren op de molen. Mooi zo!
|