Vanaf 17.00 uur was ik in de molen om
de voorbereidingen te treffen voor de
schoonmaak. Op de smeerzolder alvast
alle losse balken, houtjes en ander
rondslingerend materiaal vergaard. Een
TL-looplampje opgehangen. Luiken er
uit, meer lucht en licht. Koffie gezet.
Dan rijd een voor mij onbekende jeep
het terrein op. Eruit stapt een journalist
van het Dagblad van het Noorden, met zijn
zoontje, op zoek naar Alie (een van onze
cursisten). Alie
blijkt in de krant te komen: een bijlage over het
Groninger molenweekend. Ik ben benieuwd!
Na aankomst van Remy, Gerrit en Gerda
de hele ploeg, gewapend met verfkrabbers,
plamuurmessen, vuilniszakken en stofzuiger
de smeerzolder op. En dan maar krabben,
vegen, zuigen en opruimen. Vogelpoep,
stof, zand, vet - het moet er allemaal
af. Er moet natuurlijk wel voldoende vet
achter blijven om een goede smering te
borgen. Ik heb zelf de lange spruit,
vangstok, beide voeghouten, broekstuk en
penbalk schoon gekrabt, de overige
cursisten hebben zich ook al danig geweerd.
Omdat ik wat vroeger wegmoest in verband
met de verjaardag van Ben Mesman (ha, die
Ben) weet ik niet hoe ver we gekomen zijn,
maar volgens mij een heel stuk.
Zaterdag gaan we weer verder.
Tussendoor heb ik ook geleerd waar dat
kettinkje tussen tempelbalk en buikstuk
op de Ruiten nou goed voor was: de GP
heeft ook zoiets, maar dan is het een
stangetje wat door een oog in het buikstuk
valt. Het bovenwiel staat namelijk niet
recht en dus heeft het buikstuk de
neiging van het bovenwiel af te glijden.
Dat kettinkje of stangetje dient er dus
voor om dat te voorkomen. |