Molendag! Gerrit en Lammert waren er al op tijd. Ik had juist die vrijdag een gruwelijk (overigens
niet met molens van doen hebbend) examen gedaan - vijf-en-een-half uur.. - en had mezelf de luxe gepermitteerd
uit te slapen. Overigens, lezers, weet ik nog niet of ik geslaagd ben, dat hoor ik deze week als het goed is.
Enfin, ik was dan ook pas om half tien op de molen, maar nog net op tijd om nog 2 eindjes op te zeilen. Lammert
kreeg maar amper de kans ook maar een vinger uit te steken: Gerrit en ik vonden het veel te leuk
om hem het werk uit handen te nemen. De wind kwam uit de voor de GP ongunstige noordelijke hoek:
juist in die hoek staan de grote bomen die ons de wind uit de zeilen nemen. Toch geprobeerd, met vier
vollen en jawel, de boel kwam rond. Wel een hoop zeilslag, maar daar was weinig tegen te doen.
Als we de molen wat meer krimpend op de wind zetten kwam-ie niet rond. Je kunt dan kiezen: geen zeilslag
want de molen staat stil, of wel zeilslag, maar dan draait-ie tenminste. Die keus was op een dag als
vandaag snel gemaakt: mensen zien graag een draaiende molen en vandaag deden we nog explicieter dan
normaal aan molenpromotie, nietwaar. "k wol vlaag wel ien top" zei Lammert "mor
kikkertje is oafbroken en wie mouten taauwwaark ook eevm noakieken". Dus werd de accuboor
ter hand genomen. Gerrit klom in de kap en monteerde het kikkertje. Even later zwierde het
fiere rood-wit-blauw door het zwerk.
Het was fijn weer: weliswaar niet ideaal voor de molenaar, want de wind was wat onrustig
en "wapperde" wat: dan weer eens wat krimpen, dan weer eens wat ruimen, dan weer
een sterke vlaag, dan weer een lange zaam. Maar wel volop zon, ik zit hier met een zonverbrande
kop mijn verslagje te tikken. In de namiddag kromp de wind wat naar het westen en ontstond
een redelijk stabiele maalwind, maar ja, toen dachten wij zo langzamerhand aan opbergen.
We kregen in de middag regelmatig bezoekers, waaronder diverse gezinnen met kinderen, een ouder stel
op fietsvakantie, die erg enthousiast waren over de molen, een molenliefhebber uit Schiedam en
voorzitter Brekeling van de Slochter Molenstichting. Op een gegeven moment stonden zowel Gerrit,
Lammert als ondergetekende tegelijkertijd druk te praten met bezoekers, een gezellige drukte
dus. Het mooie weer zorgde ook voor de nodige zwaaiende fietsers en toeterende automobilisten.
Voor mij was het hoogtepunt van de dag het bezoek van de familie Tammenga. Tammenga kent deze
streek goed en had
een oude foto
meegenomen, waarop de GP en zijn omgeving te zien was. Let ook eens op de rechteronderhoek: daar
zie je nog net het kopje van een "zeegje" - een geit. Met enige moeite en wat puzzelwerk
konden we deze foto dateren: hij moet tussen 1930 en 1940 zijn gemaakt, vermoedelijk in 1936. Je ziet op
de foto de GP met slechts 1 roed: de andere moet er bij een storm af zijn gewaaid, wist Tammenga
nog te vertellen. Zoals je ziet had de molen toen nog zelfzwichting. Het Oud-Hollands gevlucht
wat we tegenwoordig hebben is er pas in de zestiger jaren opgezet. Als je heel goed kijkt -
de foto die ik hier toon heeft een lage resolutie, maar op het origineel is het beter te zien -
zie je dat de GP water uit lijkt te slaan. Het gevlucht staat stil, het moet dus de
locomobiel of de oliemotor zijn die het werk doet. Merk ook op dat er links een zwaaikom
zichtbaar is, waarin een boot ligt. Op de voorplecht kun je een man of vrouw onderscheiden.
Voor de molen staat een meisje van naar schatting 2 of 3 jaar, wij vermoeden dat dat
Henny Leentjer zou kunnen zijn. Zij is geboren in de jaren 30. Leentjer was de toenmalige
molenaar op de GP en had naar verluid alleen die ene dochter, als ze een jaar of 2 is geweest
dan zou de foto in 1935 of 1936 gemaakt moeten zijn. Overigens wist Tammenga ook te vertellen
dat er eerst een Jac Tammenga molenaar op de GP was, die werd opgevolgd door voornoemde
Leentjer en later door Tuinman. Leentjer had ook een klompenmakerij aan huis, Tammenga wist
nog met smaak te vertellen van de oude tijd toen hij als jongen wel had geholpen om boomstammen
uit het water te trekken waar de klompen van werden gemaakt. Ook aardig was het verhaal
dat men kaf in de maalgang strooide om vastvriezen van de vijzel te voorkomen. Daar kwam dan
ook vis op af. "Joa, jong" vertelde Tammenga me, met glimmende oogjes "en as
t din nait meer vroor en wie mozzen veur t eerst weer moalen, din ruip Leentjer mie der wel ais
bie en hai zee din dat ik met mien kammeroaden bij de stört mos goan stoan. As meulen din
aan loop kwam, din spoot t eerste wotter op t ies wat er din nog lag. Moar der vlogen
ook snouken en broasems mit, kist die nait veurstellen hou veul, en wie din moar griepen
wat we hollen konnen, lekker eten jong!"
De locomobiel waar je de pijpjes en het koelhuis van kunt zien is er in 1915 in gekomen.
Overigens lag er al voor de oorlog een houten 'badde' voor de boerderij van Van der Broek,
die je links net tussen de hoge bomen kunt zien liggen. Die 'badde' is later vervangen door
een verhoogde 'badde' (van beton, dezelfde die er nu nog ligt). Zo te zien ligt die badde er
nog niet. Dat zou dan willen zeggen dat die foto voor tenminste 1940 gemaakt moet zijn.
Maar helemaal zeker ben ik er niet van: op de plek waar nu de brug ligt zie je op de foto
een witte vlek, die ik niet thuis kan brengen. Overigens is het amusant te zien dat windbelemmeringen
op het noordoosten ook al niet nieuw zijn: op deze foto staat daar een knoepert van een boom.
Een "neutenboom" volgens Tammenga gisteren.
Als je een niet al te smalbandige netwerkverbinding hebt kun je
hier eens klikken
(4 Mb): ik heb gisteren een foto gemaakt van de GP zoals hij er nu bijstaat, precies op dezelfde plek
waar de oude foto ook gemaakt moet zijn. Je krijgt de twee foto's afwisselend te zien, zo
kun je zelf eens kijken of je kunt uitvinden of de badde er nou wel of niet lag. En als iemand
meer informatie heeft over deze foto, dan hoor ik dat graag!
Aan de molen valt me trouwens ook het een en ander op: de zandlopers die we tegenwoordig op het
voorkeuvelens hebben (op de stormluiken) zaten er toen niet op. De baard komt overeen met de
huidige, maar ik kan niet ontdekken of er een opschrift op staat - zo te zien niet. Enneh..
zie ik het goed: zat er een raam in die molendeur? In ieder geval is er op de deur
een groot wit vlak zichtbaar. Aan het hek voor de molen lijken boeien te hangen of banden.
Voor het gemaalgebou zie ik een soort rad liggen, je gaat haast denken dat het een waterrad
is of iets dergelijks. Als je er een tijdje beter naar kijkt lijkt het meer een los wiel met
een as er door. De as ligt naar je toe gedraaid. Wie weet wat dat voor een rad is?
Tammenga had ook meneer Pals meegebracht, die de foto had gebruikt om een fraaie tekening
te maken. Op de tekening zag ik dat hij ook een waterrad had ingetekend. Maar de GP
is nooit een watermolen geweest, al moet ze van oorsprong (1783) wel een scheprad gehad
hebben, volgens het toen opgestelde bestek. Het zou verbazingwekkend zijn als dat
scheprad er nog had gelegen in 1930-40.. dat kan ik me niet voorstellen. Maar je weet
maar nooit.
Tammenga wist ook nog smakelijk te vertellen over
Kornelis Ter Laan, de eminence grise die vlak bij mij aan een laan heeft gewoond. "Kost ol
Knelis, zoas wie hom nuimden, al van ver aan zain kommen. Hai haar n wit sikje en luip altied
mit handstok, woar e din vervoarlijk mit swoaide. Din kwam e wel ais bie Leentjer
stoan en muik n proatje. Hier stonnen dou ook meer hoezen as nou: n boerderij, woar
wie woonden en hier stonnen ook nog twei lutje hoeskes. In aine woonde aine dei
Kruut haitte, main ik en in aander woonde ook n Tammenga. Hier in swoaikom lag n
woonboot, woar gountent in hoesden. Main dat dei boot loater nog
in braand stoan het.".
Ik heb genoten, gisteren, zowel van de gezellig dag, het zelfstandig werken met
de molen als van de fraaie verhalen die Tammenga wist te vertellen. Een prachtdag!
Afsluitend dan nog de beloofde uitslag van het kwisje van verleden week: welke onderdelen
ziet u op de foto?
Bij A ziet u een balanceerrijn, die op de kop ligt. B en C zijn beide
taatspotten. De halfronde afdekking op B, die wel wat op een stuk van een voetbal
lijkt, is een stofkap, die rond de taats werd bevestigd en die voorkwam dat er al te veel meelstof
etc. in de taatspot kon vallen. Merk op dat de taatspotten allen in 4 richtingen te verstellen
zijn met evenzovele bouten, wat je vooral bij C goed kunt zien.
|