Het is volop lente in Slochteren. Hier ziet u een foto van de bloeiende krentenboom die
in mijn voortuin staat, net naast het molengat van de GP. Schitterend, vindt u ook niet?
Wat minder schitterend was wat ik in het molengat aantrof: het stond alweer aardig vol
met bereklauw. Nog maar kleintjes, maar je kunt er maar beter snel bij zijn: voor je het
weet staat het spul werkelijk meters hoog. Grommend heb ik me op het gruwelijk groengoed gestort,
gewapend met mijn oude makker, de enorme
klewang.. ik zal u de bloederige details besparen, maar kan u melden dat ik
de eerste slag in mijn
voordeel heb beslecht en slechts licht gewond ben: een blaar op mijn rechterhand. De dader kan
het overigens niet meer navertellen.
De foto's hierboven zijn op vrijdag 22 april 2005 genomen en aansluitend heb ik me gezet aan het
schrijvan van dit lesverslag. "Maar.. je hebt morgen toch pas les?" hoor ik de trouwe lezer
in gedachten vragen. Nee, weet u nog: morgen zit ik in een bus vol molenaars in
Duitsland,
op molentocht. Geen les bij de GP dus. Maar toch een lesverslag!
De oplettende lezer zag het al: ik ben langs geweest bij Kees Vanger.
Kees is onderwijzer en geeft overdag les aan een basisschool. Daarnaast
is hij vrijwillig molenaar op molen De Weert in Meppel, een achtkante
bovenkruier met stelling, Oud Hollands gevlucht en fokwieken. De Weert
was oorspronkelijk een eekmolen en was ook wel onder die naam bekend in
de streek. Op een eekmolen wordt eikenbast gemalen, ten behoeve van de
leerlooierij. Ook werd er van meet af gepeld. Nog later werden een
drietal maalkoppels bijgeplaatst en werd graan gemalen tot consumptiemeel
en veevoer. De molen werd helaas in de jaren dertig van de vorige eeuw
afgebroken en lange tijd stonden alleen de schuren en onderbouw er nog,
uiteindelijk zelfs alleen de stenen onderbouw. Maar de molen is in zijn oude
glorie herbouwd en is niet alleen esthetisch, maar ook daadwerklijk gerenoveerd:
De Weert is maalvaardig en in gebruik als lesmolen. Op de
website van de molen valt veel na te
lezen over de molen en zijn geschiedenis en vindt je onder meer ook een
logboek en een aardig verslag van de renovatie.
Kees verzorgt sinds enige tijd hier ook molentheorielessen en dat doet hij
met aanstekelijk plezier en veel deskundigheid, zowel op het gebied van
molens als op het gebied van het geven van onderwijs. Hij heeft ook buiten
zijn eigen regio een nog steeds groeiende reputatie op dit gebied opgebouwd:
inmiddels komen (leerling) molenaars uit alle hoeken en gaten op zijn
lessen af: uit Groningen, Friesland, Overijssel en zelfs uit Duitsland.
En deze avond bevond auteur dezes zich onder hen.
Op het werk was het wat uitgelopen en dus was ik later dan ik had gewild.
Juf Becker, mijn trouwe navigatieassistente, had mij keurig tot bij de
molen gebracht, die in de avondschemering in de zeilen stond. Helaas te weinig
wind om echt te draaien. Ik parkeerde - wat nog een hele klus was, met al die auto's
die er stonden - en liep het gebouw in. Je gelooft bijna niet dat je in
een molen bent, zo nieuw en verzorgd ziet alles er uit. Ik vond de trap
naar de eerste zolder en hoorde bovenaan die trap het geluid van stemmen.
Klimmen dus en de kop door het trapgat gestoken. Het was boven donker, in
de schemer zag ik een man of 20 aan molenaars zitten, die naar een projectiescherm
keken waarop een beamer een afbeelding van een standerdmolen projecteerde.
Mijn hoofd verscheen precies in het blikveld van
de
aanwezige molenaars wat opviel als een hondekeutel op een marmervloer. Kees
onderbrak de les en vroeg belangstellend of-ie mij ergens mee kon helpen. Ik stelde
me voor als "Klöpping uit Slochteren, auteur van Het Maalboek en molenaar
in opleiding op de Groote Polder" en werd daarop enthousiast onthaalt en
voorgesteld. Kees legde in lovende bewoordingen uit dat ik een mooie website
onderhield met een verslag van de activiteiten van onze lesgroep. Ik werd er haast
een beetje verlegen van ...
Ik nam plaats en kreeg koffie aangeboden. De les was nog niet zo lang aan
de gang en ik kreeg dus het meeste gelukkig nog mee. Die avond ging het over
de standerdmolens, de wipmolen en de spinnekop. Daarnaast zou Piet Paulusma -
jawel, de Piet Paulusma - nog komen om een praatje over het weer te
houden. Maar helaas: wie er ook kwam, geen Piet Paulusma. Wel jammer, er
was zelfs speciaal een fotograaf voor overgekomen. Piet heeft echter een
drukke agenda en het valt niet mee hem te strikken, dat bleek maar weer eens.
Een volgende keer beter, zullen we hopen.
In een stevig tempo presenteerde Kees een aantal zeer fraaie foto's
van diverse standerdmolens, gelardeerd met plaatjes waarop de onderdelennamen
vermeld staan. Onder meer zagen we ook fraaie foto's van een standerdmolen
in opbouw: je kunt de diverse onderdelen zoals de steenbalk, steenlijsten,
daklijsten, waterlijsten en weegbanden, dan heel goed herkennen. Ook de
standerd werd behandeld: de kruisplaten, steekbanden, de klauw en de stormpen.
We kregen ook foto's van stiepen en zonneblokken te zien en op een gegeven
moment kwamen er een paar foto's voorbij die me wel heel bekend voorkwamen:
die had ik zelf nog gemaakt in Bourtange, op de molen van Hilverd Bossen.
Dat is overigens volledig legaal - sterker nog, ik stel het zeer op prijs dat
Kees mijn materiaal zo goed vindt dat hij het bij zijn lessen wil gebruiken -
en ook u mag mijn foto's vrijelijk gebruiken voor niet-commerciele doeleinden.
Tijdens de koffiepauze maakte ik kennis met een aantal molenaars, waaronder
Meint Noordhoek. Meint blijkt vroeger nog molenaar te zijn geweest op ..
De Groote Polder! Dat moet dan nog voor Cor Cosmeijer zijn geweest, ik denk
ergens aan het eind van de jaren zestig of het begin van de jaren zeventig.
Ik heb maar kort met hem gesproken, maar hij vertelde me wel dat hij nog
allerhande oude foto's heeft liggen van de GP, ik krijg die van hem nog
toegezonden (en uiteraard publiceer ik ze dan weer op Het Maalboek).
Kees overhandigde me tijdens de pauze nog de nieuwste versie van zijn
les-CD. In feite een CDROM: een CD die je in je computer kunt steken
en waar je dan allerhande lesmateriaal op aan zult treffen. Daaronder een
aantal hele fraaie Powerpoint presentaties (die je overigens ook heel
goed kunt bekijken met OpenOffice), heel veel hele fraaie en leerzame
foto's en een groot aantal examenvragen- en antwoorden. Ik kan u het
met klem aanraden deze CDROM bij Kees te bestellen. U dient er wel de
kosten voor de media en de verzending voor te voldoen, maar dat is het
dubbel en dwars waard. We overwegen overigens nog om dit materiaal
als ISO image op het Internet te publiceren, in ieder geval zullen
bepaalde delen te zijner tijd op een website verschijnen, ik hou u op
de hoogte.
Na de pauze gaf voornoemde Meint, acterend als vervanger voor Piet
Paulusma, een kort praatje over het weer. Daarbij besteedde hij
aandacht aan depressies en hogedrukgebieden. Het was een leerzaam
praatje, waar ik nog de zogenaamde windregel uit leerde, als
ik me niet vergis gaat dat als volgt: ga met je rug in de wind staan
en kijk naar de bovenwind. Komt die van links, dan nadert er een
depressie, komt ze van rechts nadert er een hogedrukgebied.
Na Meints rugregels vervolgde Kees zijn betoog, deze keer over de
kokermolens: spinnekoppen en wipmolens. Ook nu weer heel veel
heel fraaie foto's, die bijvoorbeeld de constructie van de koker
goed toonden. Keeslegde onder meer de verschillen tussen
de twee typen uit. Jazeker, het zijn twee verschillende molentypen,
dat is zelfs een examenvraag die wel eens gesteld wordt. De kop van de
wipmolen wordt door 2 zetels gedragen, de kop van een spinnekop slechts
door de onderste zetel. Een wipmolen heeft een makelaar, een spinnekop niet.
Een spinnekop heeft, omdat het onderhuis minder steil oploopt dan bij
een wipmolen, een grotere stapeling dan een wipmolen. De stapeling
geeft aan onder welke hoek het gevlucht ten opzichte van de horizon
staat: bij een spinnekop helt het gevlucht voor je gevoel heel ver
achterover, dat heet dus: een grote stapeling. Soms is zelfs een grote
stapeling nog niet genoeg: fameus is het verhaal van de excursie naar
Friesland, naar De Vlijt
in Koudum, waar het gevlucht alleen maar rond wilde
als er eerst een dakpan van de ondertoren werd verwijderd...
Na afloop van de les nodigde Bertel Zomer mij uit om de molen
te helpen afzeilen. Ik had nog niet eerder een molen met fokwieken
geklampt: de klampen zitten aan de voorkant. Als je het zeil oprolt
en dus braaf rechts naast de wiek staat te rollen, ligt het zeil
al bijna vanzelf in de bovenste klamp. Paar stappen naar links
en hij ligt ook al in de onderste. Dan leidt je het zeil langs de
rechter binnenzoom naar onderen en zet de hoektouwen met een
mastworpje vast. Bertel is overigens een tijdje geleden geslaagd
voor zijn proefexamen en gaat in mei het landelijk examen doen,
veel succes, Bertel!
Natuurlijk hebben Kees en ik nog een tijdje zitten nakaarten,
over zaken die ons bezig houden, zoals de opleiding, het cursusmateriaal,
de molenaarscultuur en wat dies meer zij. Het was een latertje
geworden, maar ik reed zeer tevreden huiswaarts. Een leuke avond,
Kees, ik kom beslist weer nog eens langs.
|