Jongstleden
woensdag overleed Prins Bernhard. Ik heb voor deze man altijd een zwak gehad: een kleurrijk
mens, die volgens mij tijdens zijn lange leven vaak intens heeft genoten. Hij was een icoon voor
de generaties van mijn ouders en grootouders, die de oorlog bewust hebben meegemaakt en vol respect
over hem spraken. De Prins was zwaar ziek, maar ik had gedacht dat hij het nu ook wel weer zou
overleven. Daar maakte hij een sport van: net als je dacht dat het nu toch echt met hem gedaan
zou zijn herstelde hij - soms bijna miraculeus - en hernam dan weer zijn actieve leven. Mijn
hoop was dat hij zo de honderd zou halen. Het mocht niet zo zijn. Toch heeft deze sterke
persoonlijkheid tot het eind - en zelfs daarna! - de regie over zijn leven gehouden. Mooie
kerel, ik zal hem missen. Moge hij rusten in vrede.
De Slochter Molenstichting heeft, zoals heel veel andere molenaars ook, gemeend uit respect
voor de Prins de molens in de rouw te zetten. Op de kleine afbeelding hier links zie je
dan ook het silhouet van de 3 molens die aan de Groene Dijk staan: van links naar rechts
De Fraeylema,
De Groote Polder
en De Ruiten. Als je een wat grotere foto van één van
de molens in rouwstand wilt zien, klik dan op het desbetreffende silhouet. De foto's zijn wat mistig:
dat klopt, het mistte hier vandaag stevig. Ik heb de molens trouwens op de juiste verhouding ten opzichte
van elkaar geprojecteerd: je kunt goed zien dat De Ruiten en De Groote Polder elkaar niet zo heel
veel ontlopen in vlucht. De aandachtige beschouwer stelt vast dat de Ruiten net meer vlucht
heeft dan de Groote Polder. Heel vervelend .. zouden ze me zien als ik in het donker
met een zaag over de dijk loop, vraag ik me af...
De theorieles van vandaag behandelde de stelling, de diverse wieksystemen en een herhaling
van de kap en het achtkant. Nu werd ons ook naar het zeskant gevraagd, hoe is dat opgebouwd?
Nou, dacht ik: achtkantstijlen, legeringsbalken en .. ho.. welnee, mijn collega's MIO's
trapten er niet in: het zijn dan natuurlijk zeskantstijlen.. Bij behandeling
van de onderdelen van de kap vroeg Gerda naar de naam van dat plankje aan de
zijkant van de kap, van voren gezien. Dat had Gerrit verleden week juist aan ons
geleerd, maar hij was het nu even kwijt. Toen we hem aan de vorige les herinnerden
riep hij opnieuw uit "Oh ja, man, het zweerd!" - een mooi voorbeeld van
associatief geheugen.
Bij de
theorieles zijn ook regelmatig ex-molenaars-in-opleiding aanwezig: zij zijn al
geslaagd maar komen desalniettemin af en toe hun theorie eens oppoetsen - en natuurlijk
kennis maken met de nieuwe lichting molenaars. Vandaag waren er ook weer een aantal
aanwezig, waaronder Lemminga, molenaar op molen De Dellen.
Probeer eens de leeftijd van deze veerkrachtige molenaar te schatten, ik geef onderaan de
pagina het juiste antwoord.
Ah, en dan nog het openstaande punt wat ik aan Klaas voor heb gelegd: had ik dat
nou inderdaad verkeerd begrepen, dat verhaal van het wegzetten van de molen
met de tempelbalk boven een achtkantstijl? Herinnert u zich: Lammert en ik
konden de zin daarvan niet snappen omdat de tempelbalk - dachten we - vrij van de
kruiring hangt. Nu blijk dat dat tenminste op de molen waar Klaas maalt
niet zo te zijn: de tempelbalk rust daar dus op de kruiring. De volgende
keer als we lessen ga ik persoonlijk boven in de kap van de GP kijken hoe het
daar zit - ik begin nu toch echt te twijfelen. Wordt vervolgd..
Het huiswerk voor de volgende keer: hoofdstukken 6 en 7 doorlezen, met name
het deel over de vang.
Lemminga is van april 1914!
|