Zoals je ziet: mijn 150e maaluur zit er op. Niet dat je daarmee al molenaar bent, maar aan een
paar administratieve randvoorwaarden is in ieder geval nu voldaan. Het had anders niet veel gescheeld
of ik had nog een weekje moeten wachten voor ik dat heugelijke feit kon melden. Wat gebeurde er namelijk..
We zouden theorieles hebben in Scheemda. Het was naargeestig weer: buien, hagel,
windvlagen. Brrrr.. gelukkig zou ik warm en droog in mijn comfortabele auto kunnen zitten en aansluitend
in een prettig verward theorielokaal in goed gezelschap kunnen genieten van de les.
Ik vertrok dus welgemoed om iets voor halfnegen van huis. Achterin de kofferbak van mijn trouwe S70
lag een fraaie vlaai te wachten op consumptie in verband met het voornoemde 150-uren wapenfeit.
Nou moet je wat weten van die auto van me: als daar het lampje "nu tanken" gaat branden, dan
bedoeld-ie dat tamelijk letterlijk: je hebt dan nog maar een paar liter peut en zo'n S70
lust wel een slokkie. Toen ik instapte en startte brandde het lampje. Nou was mijn vrouw
er gisteren nog mee op stap geweest en die heeft, door schade en schande wijs geworden, de
gewoonte om gelijk te tanken als dat lampje brandt. Mijn conclusie was dus: hij brandt nog
maar net, ik heb nog een paar liter en ik kom daarmee wel in Scheemda. Dan tank ik daar even
en klaar is Kees.
De lezer die zich nu zit te verkneukelen krijgt zijn zin: inderdaad,
ik had de afslag die ik moest nemen al in zicht toen de auto er plots volledig de
brui aan gaf. Het leek wel een kerstboom: alles wat er aan lampjes opzat begon ook
ongeveer te branden. Ik had gelukkig wel de tegenwoordigheid van geest niet te
proberen opnieuw te starten: dat zou er toe kunnen leiden dat-ie in het stuurslot
schoot en ik reed toch zeker wel een dikke 100 per uur... De bak aan de kant
gestuurd en ja, wat nu..? Mijn vrouw had dus duidelijk gisteren niet
getankt toen het lampje aanging, maar die observatie bracht me letterlijk niet
veel verder.
Eerst - leve de mobiele telefonie - mijn vrouw gebeld. "Hoi, zeg heb jij
gisteren niet getankt toen het lampje aanging?.. oh... ja, nee, ik sta hier nu dus
stil.. bij de afslag Heiligerlee, ongeveer.. ja, inderdaad, vervelend ...
Wat nu? Kun jij niet met de auto van de zaak hier naar toe komen met dat
klippie benzine wat ik voor het grasmaaien gebruik? .. oh.. nee, ja, dat begrijp
ik best, de kinderen lopen nog in de pyama en jij ook .. okay, nou, ik
probeer even wat anders, als het niet lukt dan moet je toch maar met een
jerrycan hier naar toe komen, vrees ik.. heb jij voor mij even dat
telefoonnummer van het theorielokaal - staat op de website, weet je wel..
Okay, ja.. ik heb het.. ja. Nou, hoor je niks meer dan ben ik aangekomen,
en anders hoor je wel weer.. doei..."
Het theorielokaal gebeld. Klaas aan de lijn.
"Moi Klaas, ik stoa hier zunder benzine. Joa man, wat n boudel nee din..
vraauw haar vergeten te tenken... kin aine van joe hier noar tou kommen
mit n klippie bezine?" Klaas: "Ik zel ais vroagen, eevm wachten hor..".
Ja, ik ga nergens heen, dat was het probleem nou juist... op de achtergrond
hoor ik Klaas' stem, gedempt door zijn hand die hij over het mondstuk
houdt: "Jonges! Jonges! n Mulder in nood! n Mulder in nood! ...
Klopping staait zunder bezine [hilarisch gelach van duidelijk innig
meelevende molenaars].. kin aine hom doar votkriegen? ... ...
Klopping, bist doar nog?" - "Joa, ik goa naargens hin.." - "Remy kin die
doar wel vothoalen, wacht eevm hor, hierkomdezulf.." "Met Remy,
sta je zonder benzine, joh? [hilarisch gelach op achtergrond (II)]
Ja, dat kan de beste overkomen.." [geluid van molenaars die stikkend van
het lachen onder de tafel vallen op de achtergrond].
Afijn, Remy dus in de auto, en bij een benzinepomp een
fraai gifgroene jerrycan gekocht en die volgegooid met loodvrij. Dan weer in
de auto en even wat omrijden om op de goede kant van de snelweg uit te komen.
Daar ziet hij mij inderdaad zitten, de alarmlichtjes braaf knipperend, de
ramen wat beslagen want de airco doet het natuurlijk ook niet zonder peut.
Terwijl hij aan komt rijden barst er net een geweldige hagelbui los:
het waait, het striemt.. Remy stapt uit zijn auto, de ogen geknepen tegen
de striemende bui, het veel te dunne jasje is al snel doorweekt. Het wordt
er niet beter van als om de paar seconden ook nog een auto voorbij komt
razen - sja, we staan naast een afrit van een snelweg, nietwaar - en bogen
opspattend water over die arme Remy uitwaaiert. Ik zit ondertussen als een
deftig heer droog en warm in de auto en trek aan het palletje waarmee ik de
tankklep openen kan.
Remy vertelt naderhand dat-ie echt even dacht dat ik zou blijven zitten,
hij komt daar zo aanlopen, striemende hagel, hij wordt natter en natter
en het eerste wat-ie ziet is het klepje van de tankdop wat uitnodigend
openveert.. toe maar Remy, jongen, gooiummaarvol..
Maar dat had ik op dat moment even niet door. Hoewel ik niets kan doen stap
ik uit solidariteit uit en blijf naast Remy staan terwijl
hij de klip leeggiet in de dorstige hals van mijn Volvo. We worden
nu samen natter en natter, wat duurt het nog lang voor die paar liter
door dat dunne schenkpijpje verdwenen is... juist als de klip bijna
leeg is denk ik aan mijn nieuwe camera - hier moet een foto van gemaak,
voor op Het Maalboek! "Zeg Remy, blijf even zo staan, dan maak ik
een prentje" - en die goeie Remy blijft inderdaad staan, de lege klip
symbolisch in de opening van de S70, de ogen strak gericht op de
rode tuit van de klip, terwijl ik zoek naar mijn camera, die
uit zijn tasje haal - en juist terwijl er weer een auto op de
achtergrond voorbij komt en Remy de volle laag geeft klik ik het plaatje
wat je rechts ziet - klik op de foto om de grotere versie te zien.
Als nu nog ooit iemand durft te zeggen dat molenaars onder elkaar niet
een geweldige hoop voor elkaar over hebben..
Afijn, uiteindelijk komen we samen in Scheemda aan en vallen midden
in een betoog van Klaas Strijk over de politiek-bestuurlijke perikelen
rond de handhaving van molens. Onze binnenkomst leidt natuurlijk
gelijk tot kamervragen en ik doe het verhaal van de druipnatte
Remy die Heer Henk van peut komt voorzien. Remy grijnst van oor
tot oor en memoreert nog eens aan het uitnodigend openslaande klepje.
Hij ziet de lol er wel van in, gelukkig.
Terwijl Klaas nu zijn verhaal vervolgt haal ik
mijn vlaai uit de kofferbak, snij deze in stukken en ga er mee rond.
Het duurde maar even of ieder zat al kauwend en nog wat nagrinnikend
te luisteren naar Klaas. Ik schoot het plaatje wat je hiernaast ziet
staan.
Nu begon het echte werk: we behandelden de namen van de kap - ik mocht
als eerste de namen proberen te noemen en bracht het er zowaar nog aardig
van af ook: voeghouten, windpeluw, penbalk, broekstuk, lange- en
korte spruit, ijzerbalk, roosterhouten... Henk Helmantel vroeg belangstellend
naar een onderdeel wat hij in het lesmateriaal beschreven had zien staan,
maar waar hij geen afbeelding van had gevonden:het slagstuk. Ik veerde op
als door een wesp gestoken: daar hadden we op het molenprikbord juist
deze week een hele verhandeling over gehad. Omdat ik een kleine verzameling
molenrariteiten bijhoudt en zo'n slagstuk best een bijzonder ding is had ik
er zelfs een pagina op deze site
aan gewijd. Zelfs Klaas had nog nooit van dit onderdeel gehoord, al komt het
toch hier en daar wel voor, zie voornoemde pagina, waar je ook wat foto's van
zo'n slagstuk kunt aantreffen,
De benamingen van de diverse molenonderdelen hield ons weer bezig: mocht je
nou ook roostermantjes zeggen tegen roosterhouten? Mocht je ook stormmantje
zeggen tegen het schoortje wat de keerstijl ondersteund? Is het inderdaad
zo dat de oude mulders tegen een steekbord ook wel gewoon windbord zeiden?
En hoe spel je mantje? Is het mandje?
De term "stormmantje" bleek niet bekend bij de ervaren molenaars, al had ik
hem van Lammert geleerd. Het bleek inderdaad mantje (met een "tee")
te zijn en dat betekent gewoon "kort balkje". Een steekbord is het
onderste, uitneembare windbord en de andere borden daar boven heten
dan wel weer "windbord". Roostermantjes - het klinkt wel goed, maar ook
die term was niet bij de overige molenaars bekend. Ik werd er een beetje
balorig van en vroeg me hardop af: wat nou als je op het examen bijvoorbeeld
een legeringsbalk een "wurgbalk" noemt - en dan ijzerenheinig blijft
volhouden dat het een streekgebonden benaming is..? Gerda had het antwoord:
"dan vragen ze dat even na bij de instructrice". Natuurlijk.
Vervolgens kwamen ook de andere cursisten aan het woord - en dat mocht ook
wel, ik was al lang genoeg aan het woord geweest. We behandelden ook nog
de diverse kruiwerken en dan krijg je ook van die vraag-en-antwoord
spelletjes: Vlaamse vang. We hebben de vang net verstelt en hij schuurt
aan, waar zou hij dan aanschuren denk je? Antwoord: meestal bovenaan.
Vraag: Wat doe je dan? Antwoord: houtje onder de rijklamp.
Vraag: Nou schuurt het ding onder aan.. wat nu? Antwoord: houtje te dik.
En ook: Je ziet geen kuip, wat voor kruiwerk zit er dan in de molen?
Antwoord: een voeghouten kruiwerk. Of: waar smeer je een neutenkruiwerk?
Antwoord: op de neuten en aan de achterkant van de neuten.
Vraag: waar smeer je een Engels kruiwerk - antwoord: NIET!
Maar de kruivloer wel goed schoonhouden. En een voeghouten kruiwerk?
Nou, dat weten we uit ervaring: op de glijring en aan de zijkant van de
glijring - en zo ging het nog een tijdje door.
We kregen het natuurlijk ook nog even over de neiging van een voeghouten
kruiwerk om "in het nest" te gaan zitten. Klaas vertelde zo tussen neus
en lippen door iets wat ik wel interessant vond: hij zette een molen
met voeghouten kruiwerk altijd zo weg dat de as van het wiekenkruis precies
boven een achtkantstijl stond - dan is de kans op inzakken een stuk
kleiner en gaat de molen veel minder in het nest zitten dan wanneer
je de as tussen twee achtkantstijlen parkeert. Je moet er maar net even
over na hebben gedacht...
Voor degenen die graag wat namen van onderdelen van de kap willen oefenen:
klik eens op deze link.
De tekening die je dan te zien krijgt is gemaakt door de projectie die je op de vorige
foto ziet uit te knippen, deze in te lezen in The Gimp het perspectief te
corrigeren, vervolgens middels Xpaint en The Gimp de boel te
retoucheren en aan te vullen en dan het resultaat als een gifje op te slaan.
|